Veel dingen heb ik gehoord van mijn oudtante Door van Son. Zij is geboren in 1931 en gestorven in 2017. Zij was een oudere zus van mijn opa Rinus (Rien) van Son. Hij werd geboren in 1938. Naar eigen zeggen was hij te jong om zich iets van de oorlog te kunnen herinneren. Wel heeft hij mij dingen verteld waarvan hij niet zeker weet of het herinneringen zijn of dat hij het weet van horen vertellen.
Mijn opa woonde met zijn ouders, zijn broer Martin en zijn zus Door in de Hoofdstraat35. Naast hun huis was in die tijd een postkantoor. Verderop in de Hoofdstraat hadden zijn opa en oma van zijn moeders kant een boerderij. In de oorlogsjaren bracht het gezin daar veel tijd door.
Wat ik van mijn oudtante Door weet:
Ik heb het met haar nooit over het begin van de oorlog gehad wanneer de Duitsers Nederland binnenvallen, maar wel over de oorlogstijd daarna. Zij heeft mij verteld dat het leven op de boerderij prima te doen was. Doordat zij zelf brood konden bakken, hadden zij minder problemen met voedselbonnen. Wanneer er beschietingen en bombardementen waren hadden zij daar een eigen schuilkelder.
Tijdens de bevrijding in 1944 was Door 13 jaar. Zij kon zich herinneren hoe het gefluit en de knallen van granaten dichtbij de Terheijdense brug klonken. Zij vertelde mij dat zij op dit soort momentenerg bang was en dat de familie dan vaak een Rozenhoedje bad. Toen de Duitsers wegvluchtten, probeerden zij de boerderij in brand te steken. Dat was hen niet gelukt, maar een andere boerderij in de buurt was wel in brand gevlogen. Vervolgens trokken de Polen Terheijden binnen met hun tanks en ander materiaal. Ze deelden chocola en sigaretten uit en de mensen waren blij dat ze bevrijd waren. In het dorp was een familie die bij de NSB zat. Zij werden uitgelachen en er werd een liedje over hun gezongen.
Na de bevrijding werden de Polen ingekwartierd bij mensen thuis. Mijn opa zei dat het ook bij hun thuis was gebeurd, maar daar had hij geen verdere details over. Hij weet wel dat er na de oorlog een Poolse veteraan in Terheijden is gebleven. Hij werd "de Pool" genoemd. Opa kenden zijn voor- en achternaam niet eens.
Van mijn oudtante en mijn opa weet ik dat zij het Poolse volkslied hebben geleerd. Door zong het voor mij op de volgende manier:
Mars, Mars, Donbroltski,
Zjemni Wolski na Polski.
Het is niet de goede uitspraak, maar dit is fonetisch opgeschreven hoe zij het uitsprak.
Mos Mosqueira